Inleiding
Het einde van de arbeidsovereenkomst is niet steeds
het gevolg van een eenzijdige beëindiging door één van de partijen. Ook andere wijzen van beëindiging van de overeenkomst zijn
mogelijk. Deze beëindigingswijzen van de overeenkomst vinden hun oorsprong in
het burgerlijk recht (Bv.: de beëindiging
in onderling akkoord) of zijn eigen aan de arbeidsovereenkomst (Bv.: het overlijden van de werknemer heeft
het einde van de arbeidsovereenkomst tot gevolg).
Beëindiging in onderling akkoord
De werkgever en de werknemer kunnen in
onderling akkoord, vrij en op elk ogenblik, een einde maken aan de
arbeidsovereenkomst, en de voorwaarden van deze beëindiging vastleggen, met of
zonder vergoeding.
Deze beëindigingswijze vereist geen
bijzondere formaliteiten. Toch is het aan te raden deze regeling schriftelijk
vast te leggen om het bewijs ervan te kunnen leveren in geval van betwisting.
Afloop van de termijn of voltooiing van het overeengekomen werk
In een arbeidsovereenkomst gesloten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk, heeft het bereiken
van de overeengekomen termijn of de voltooiing van het werk waarvoor de
overeenkomst gesloten was, het einde van deze overeenkomst tot gevolg, zonder
dat enige formaliteit vereist is.
Ontbindende voorwaarde
De partijen kunnen in hun arbeidsovereenkomst
een ontbindende voorwaarde opnemen. Dit is een voorwaarde met betrekking tot een
toekomstige maar onzekere gebeurtenis die de verbreking van de contractuele
banden tot gevolg heeft. Wanneer deze gebeurtenis zich voordoet, neemt de
overeenkomst automatisch een einde.
Bepaalde gebeurtenissen mogen echter niet de automatische
beëindiging van de overeenkomst tot gevolg hebben (Bv.: de voorwaarde die
bepaalt dat de overeenkomt een einde neemt bij het huwelijk van de werkneemster
of wanneer zij een kind verwacht, is verboden).
Evenmin mag de verwezenlijking van de
voorwaarde enkel afhankelijk zijn van de wil van één van de partijen (Bv.: het
slagen in een examen georganiseerd door de werkgever).
Gerechtelijke ontbinding
Elke partij kan de tekortkoming van de andere partij
in de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor de rechtbank inroepen en
vragen aan de rechter om vast te stellen dat deze tekortkoming het einde van de
arbeidsovereenkomst tot gevolg heeft.
Deze wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt zeer weinig
gebruikt, gelet op de gecompliceerde gerechtelijke procedure en de hieraan
verbonden risico’s.
Overlijden van één van de partijen
Het overlijden van de werknemer maakt een
einde aan de arbeidsovereenkomst.
Het overlijden van de werkgever maakt
daarentegen slechts een einde aan de arbeidsovereenkomst indien dit overlijden
het einde tot gevolg heeft van de activiteit waarvoor de werknemer in dienst
werd genomen of wanneer de arbeidsovereenkomst werd gesloten met het oog op de
persoonlijke medewerking. In dit geval oordeelt de rechter of er een vergoeding
moet betaald worden en bepaalt hij het bedrag ervan.
Overmacht
Overmacht is het gevolg van een onvoorziene
gebeurtenis die een onoverkomelijke hinderpaal vormt om de arbeidsovereenkomst
verder uit te voeren, zonder dat er enige fout werd begaan door de ene of de
andere partij.
Enkel de definitieve overmacht heeft het einde van de
arbeidsovereenkomst tot gevolg.
De vraag welke gebeurtenis een geval van definitieve
overmacht is dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tot gevolg heeft, is
een feitenkwestie.
Zo werd bijvoorbeeld geoordeeld dat de brand die een
onderneming vernielt en die elke hervatting van de activiteiten verhindert, een
geval van overmacht kan zijn in hoofde van de werkgever, dat hem van zijn
verplichtingen bevrijdt.
Eveneens bij wijze van voorbeeld, kan de definitieve
intrekking van het rijbewijs van een buschauffeur beschouwd worden als een
geval van definitieve overmacht in hoofde van de werknemer, dat de ontbinding
van de arbeidsovereenkomst tot gevolg heeft.
Definitieve
arbeidsongeschiktheid bij de werknemer kan eveneens aanleiding geven tot een
beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht, maar dan moet eerst de
procedure van het re-integratietraject in het kader van de welzijnswetgeving volledig worden toegepast en beëindigd. De arbeidsovereenkomstenwet bepaalt
immers dat de definitieve arbeidsongeschiktheid van de werknemer pas een einde
kan maken aan de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht nadat eerst de
procedure van het re-integratietraject is beëindigd. Het doorlopen hebben
van het re-integratietraject vormt m.a.w. een noodzakelijke voorwaarde om de
arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht te kunnen beëindigen.
Opmerking: De tijdelijke overmacht heeft daarentegen
slechts de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tot
gevolg.
Wettelijke referenties
- Art. 32, 33, 36, 36bis van
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
- Art.1134, 1183, 1184 van
het Burgerlijk wetboek