Verplichtingen
werknemer in geval van ziekte of ongeval
Verantwoording
De
uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt geschorst gedurende de periodes van
arbeidsongeschiktheid die het gevolg zijn van ziekte of ongeval.
Een
arbeidsongeschikte werknemer heeft ten opzichte van zijn werkgever de volgende
informatieplicht:
- hij moet zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn
arbeidsongeschiktheid, behoudens in geval van overmacht. Deze verwittiging moet
de werkgever toelaten om de arbeidsongeschiktheid te laten controleren en de
werkregeling aan te passen gedurende de afwezigheid van de werknemer;
- hij moet een geneeskundig getuigschrift
voorleggen aan de werkgever indien een collectieve arbeidsovereenkomst of het
arbeidsreglement dit voorschrijft, dan wel op verzoek van de werkgever.
Het
getuigschrift dient in principe de arbeidsongeschiktheid vast te stellen, en
melding te maken van de waarschijnlijke duur ervan en van het feit of de
werknemer zich met het oog op de controle al dan niet naar een andere plaats
mag begeven.
Behoudens
in geval van overmacht, moet de werknemer dit getuigschrift versturen of
afgeven binnen de termijn die voorzien is in de collectieve arbeidsovereenkomst
of het arbeidsreglement. Indien hierover niets voorzien is, geldt een
wettelijke termijn van 2 werkdagen, vanaf de dag van de ongeschiktheid of vanaf
de dag van de ontvangst van het verzoek.
Controle en beschikbaarheid
Controle
De werkgever heeft de mogelijkheid om een controle te laten uitvoeren op de
echtheid van de arbeidsongeschiktheid door een door hem gekozen controlearts
die voldoet aan welbepaalde wettelijke vereisten. De werknemer is verplicht deze controle te
ondergaan.
Indien de werknemer daartoe wordt
uitgenodigd, dient hij zich aan te bieden bij de controlearts, tenzij het geneeskundig getuigschrift vermeldt dat
de gezondheidstoestand van de werknemer hem niet toelaat zich naar een andere
plaats te begeven. De verplaatsingskosten van de werknemer zijn ten laste van
de werkgever.
De controlearts gaat na of de werknemer werkelijk arbeidsongeschikt is,
verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid en, in
voorkomend geval, de andere medische gegevens die noodzakelijk zijn voor de
toepassing van de regelgeving (bijvoorbeeld de gegevens die een invloed hebben
op de vaststelling van het gewaarborgd loon). Alle andere vaststellingen
blijven onder het beroepsgeheim.
De controlearts overhandigt zo spoedig mogelijk zijn bevindingen
schriftelijk aan de werknemer. Met het oog op zijn rapport, kan de
controlegeneesheer voorafgaandelijk contact opnemen met de behandeld arts van
de werknemer en, bij voorkomend dispuut, tot een vergelijk trachten te komen.
De werknemer kan op het ogenblik van de ontvangst van de bevindingen van de
controlearts kenbaar maken dat hij hiermee niet akkoord gaat, hetgeen door de
controlearts op het geschrift moet worden vermeld. Indien een geschil van
medische aard rijst tussen de werknemer en de controlearts, kan dit worden beslecht door een scheidsrechterlijke
procedure vastgesteld door of krachtens de wet. De meest gerede partij kan deze
procedure opstarten binnen twee werkdagen vanaf de overhandiging van de
bevindingen van de controlearts. Uiteraard blijven daarnaast ook de hoven en
rechtbanken steeds bevoegd.
Beschikbaarheid
Bij een collectieve
arbeidsovereenkomst (op sectorieel of op ondernemingsniveau) of via het
arbeidsreglement kan onder bepaalde
voorwaarden een zgn.
“beschikbaarheidsperiode” worden bepaald, met name een periode tijdens de dag
gedurende de welke de werknemer zich beschikbaar voor de controlearts moet
houden. Het feit dat de werknemer tijdens de voorgeschreven
beschikbaarheidsperiode niet in zijn woon- of verblijfplaats was, zonder het
voorhanden zijn van een wettige reden of overmacht, kan beschouwd worden als
het zich onttrekken aan medische controle.
De beschikbaarheidsperiode omvat maximum 4 aaneengesloten
uren, en dit tussen 7 en 20 uur.
Dergelijke beschikbaarheidsperiode moet worden ingevoerd
met strikt respect voor het proportionaliteitsbeginsel ten opzichte van het
doel van de medische controle. Dit wil zeggen dat de bijkomende verplichting
voor de werknemer beperkt moet zijn in de tijd en vooral aan het begin van de
ziekteperiode zijn nut zal hebben.
Bovendien kan de werknemer zich nog steeds beroepen op
overmachtssituaties of wettige redenen die zijn afwezigheid tijdens het
voorziene dagdeel alsnog verantwoorden (bijvoorbeeld hospitalisatie van de
werknemer, het feit dat hij op consultatie bij de behandelend geneesheer was,
het feit dat hij bij de apotheker was voor dringende medicatie…).
Merk op dat het al dan niet voorhanden zijn van een
beschikbaarheidsperiode geen afbreuk doet aan het recht van de werkgever om de
werknemer gedurende zijn gehele periode van arbeidsongeschiktheid te
controleren en aan de verplichting van de werknemer om aan die controle mee te
werken.
Gevolgen gewaarborgd loon
De werknemer die zijn werkgever niet
onmiddellijk op de hoogte brengt van zijn arbeidsongeschiktheid en/of die het
gevraagde geneeskundig getuigschrift niet binnen de voorgeschreven termijn
voorlegt en/of die zich onttrekt aan de medische controle, verliest zijn recht
op gewaarborgd loon (arbeider - bediende). Dit geldt voor de dagen
die voorafgaan aan de verwittiging, de voorlegging van het medisch
getuigschrift of de onderwerping aan de controle.
Gewaarborgd
loon in geval van ziekte of ongeval van gemeen recht
Indien
de werknemer arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval, andere dan
beroepsziekte of arbeidsongeval, heeft hij voor een bepaalde periode recht op
het behoud van loon ten laste van zijn werkgever. De voorwaarden om in
aanmerking te komen voor dit gewaarborgd loon verschillen naargelang de
werknemer een werkman dan wel een bediende is.
In bepaalde gevallen van
arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer geen recht op gewaarborgd loon.
Gewaarborgd loon werklieden
De
werkman die ten minste één maand ononderbroken in dienst van de onderneming is
gebleven behoudt zijn recht op loon ten laste van de werkgever, ondanks zijn
arbeidsongeschiktheid. Indien hij deze anciënniteit van één maand bereikt
gedurende de periode van ongeschiktheid, kan hij aanspraak maken op het loon
voor de resterende dagen van de eerste 30 dagen van ongeschiktheid gedurende
dewelke de werkgever het loon moet betalen.
Het
recht op gewaarborgd loon gaat in vanaf de eerste dag arbeidsongeschiktheid.
Opmerking: Ingevolge de afschaffing
van de carenzdag, hebben werklieden vanaf 1 januari 2014 net zoals bedienden
recht op hun gewaarborgd loon vanaf de eerste dag arbeidsongeschiktheid
ongeacht de duur ervan.
Bijgevolg zal de periode van
gewaarborgd loon eerder een aanvang nemen dan voorheen het geval was: deze
begint, net zoals voor de bedienden het geval is, te lopen op de eerste dag
arbeidsongeschiktheid.
Voorbeeld:
een werkman die werkt van maandag tot vrijdag, wordt op zaterdag ziek gedurende
10 dagen. Voorheen vormde de eerstvolgende maandag een carenzdag, en ving de
periode van gewaarborgd loon aan op dinsdag. Ingevolge de afschaffing van de
carenzdag, zal de periode van gewaarborgd loon thans een aanvang nemen op zaterdag.
Hetzelfde geldt indien de
periode van arbeidsongeschiktheid aanvangt met een dag gewaarborgd dagloon,
zijnde een begonnen werkdag die onderbroken wordt omwille van
arbeidsongeschiktheid. Voorheen begon de periode
van gewaarborgd loon in dergelijk geval te lopen op de dag gedekt door
gewaarborgd dagloon. Voortaan zal in dat geval de periode van gewaarborgd loon
voor de werkman slechts aanvangen de dag na de dag gedekt door gewaarborgd dagloon,
net zoals voor de bedienden het geval is.
Voorbeeld:
een werkman die werkt van maandag tot vrijdag, wordt op de arbeidsplaats in de
loop van maandag ziek en keert huiswaarts. Dit betreft in hoofde van zijn
werkgever een dag gewaarborgd dagloon. Zijn arts verschaft hem een medisch
attest ten belope van 17 dagen arbeidsongeschiktheid. Voorheen werd de dag
gewaarborgd dagloon aangerekend op zijn periode van gewaarborgd loon ten belope
van 14 dagen. Voortaan vormt de dag gewaarborgd dagloon een dag op zichzelf en
begint de periode van gewaarborgd loon te lopen op dinsdag.
Gedurende
de eerste 30 kalenderdagen van ongeschiktheid, behoudt de werkman zijn loon op
de volgende wijze:
|
Deel van het normaal loon
|
Periode
|
Ten laste van de werkgever
|
1ste tot 7de dag
|
100 %
|
8ste tot 14de dag
|
85,88 %
|
15de tot 30ste dag
|
25,88 % van het gedeelte van het loon dat de grens vastgesteld door de
Z.I.V. niet overschrijdt;
85,88 % van het loon dat deze grens overschrijdt
|
|
Deel van het normaal loon
|
Periode
|
Ten laste van de ziekte – en invaliditeitsverzekering (Z.I.V.)
|
1ste tot 7de dag
|
/
|
8ste tot 14de dag
|
/
|
15de tot 30ste dag
|
60 % (beperkt tot de grens vastgesteld door de Z.I.V.)
|
Opgelet!
De
werkman heeft slechts recht op zijn gewaarborgd loon voor de dagen van gewone
activiteit waarvoor hij aanspraak had kunnen maken op loon indien hij zich niet
in de onmogelijkheid bevond om te werken. Dit betekent dat het loon niet
verschuldigd is voor de dagen die samenvallen met de dagen gedurende welke hij
niet zou gewerkt hebben (bijvoorbeeld zaterdag en zondag in de klassieke
vijfdagenweek; tijdelijke werkloosheidsdagen om economische redenen of omwille
van een technische stoornis; dagen van
collectieve sluiting van de onderneming omwille van jaarlijkse vakantie…).
Gewaarborgd loon bedienden
Bediende aangeworven voor een onbepaalde tijd, voor een
bepaalde tijd van ten minste 3 maanden of voor een duidelijk omschreven werk
waarvan de uitvoering normaal een tewerkstelling van ten minste 3 maanden
vereist
De bediende
behoudt het recht op zijn loon ten laste van de werkgever gedurende de eerste
30 dagen van arbeidsongeschiktheid, ongeacht zijn anciënniteit. De ziekte- en
invaliditeitsverzekering komt desgevallend vanaf de 31ste dag van
ongeschiktheid tussen.
|
Deel van het normaal loon
|
Periode
|
Ten laste van de werkgever
|
1ste tot 30ste dag
|
100 %
|
|
Deel van het normaal loon
|
Periode
|
Ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering
(Z.I.V.)
|
1ste tot 30ste dag
|
/
|
Bediende aangeworven voor een bepaalde tijd van minder
dan 3 maanden of voor een duidelijk omschreven werk waarvan de uitvoering
normaal een tewerkstelling van minder dan 3 maanden vereist
Wanneer
een bediende is aangeworven voor een bepaalde tijd van minder dan 3 maanden of
voor een duidelijk omschreven werk waarvan de uitvoering normaal een
tewerkstelling van minder dan 3 maanden vereist, behoudt hij slechts recht op
loon onder dezelfde voorwaarden als deze voorzien voor werklieden.
Teneinde
recht te hebben op gewaarborgd loon, zal deze bediende dus één maand
ononderbroken in dienst van de onderneming moeten zijn gebleven. Indien hij
deze anciënniteit van één maand bereikt gedurende de periode van
ongeschiktheid, kan hij aanspraak maken op het loon voor de resterende dagen
van de eerste 30 dagen van ongeschiktheid gedurende dewelke de werkgever het
loon moet betalen.
De
bediende met ten minste één maand anciënniteit behoudt zijn recht op loon,
ondanks zijn arbeidsongeschiktheid. Gedurende de eerste 30 kalenderdagen van
ongeschiktheid, ontvangt de bediende zijn loon op de volgende wijze:
|
Deel van het normaal loon
|
Periode
|
Ten laste van de werkgever
|
1ste tot 7de dag
|
100 %
|
8ste tot 14de dag
|
86,93 %
|
15de tot 30ste dag
|
26,93 % van het gedeelte van het loon dat de grens vastgesteld door de
Z.I.V. niet overschrijdt;
86,93 % van het loon dat deze grens overschrijdt
|
|
Deel van het normaal loon
|
Periode
|
Ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (Z.I.V.)
|
1ste tot 7de dag
|
/
|
8ste tot 14de dag
|
/
|
15de tot 30ste dag
|
60 % (beperkt tot de grens vastgesteld door de Z.I.V.)
|
Opeenvolgende
ongeschiktheden: hervalling
Het
is mogelijk dat een werknemer gedurende verschillende opeenvolgende periodes
arbeidsongeschikt is.
Wanneer
twee ongeschiktheden elkaar opvolgen zonder onderbreking (bijvoorbeeld een
ongeval gevolgd door een ziekte, opeenvolgende ziektes van verschillende
aard….), is er slechts sprake van één enkele periode van ongeschiktheid en is
het gewaarborgd loon niet opnieuw verschuldigd.
Wanneer
een volgende ongeschiktheid zich daarentegen voordoet na een gewone
werkhervatting, spreekt men van hervalling.
In
dat geval is het gewaarborgd loon in principe niet opnieuw verschuldigd wanneer
zich een nieuwe arbeidsongeschiktheid voordoet binnen 14 dagen die volgen op
het einde van de periode van arbeidsongeschiktheid welke aanleiding heeft
gegeven tot het betalen van het gewaarborgd loon. Er is evenwel nog recht op
gewaarborgd loon voor het nog te lopen gedeelte van de periode van gewaarborgd
loon indien dit in de eerste ongeschiktheidsperiode niet werd uitgeput. Ook is
het gewaarborgd loon toch opnieuw verschuldigd wanneer de werknemer met een
geneeskundig getuigschrift bewijst dat de nieuwe arbeidsongeschiktheid te
wijten is aan een andere ziekte of een ander ongeval.
Uitsluitingen
Het
gewaarborgd loon is niet verschuldigd aan de werknemer:
- wanneer
deze een ongeval heeft opgelopen naar aanleiding van een lichaamsoefening
uitgevoerd tijdens een sportcompetitie of -exhibitie waarvoor de inrichter
toegangsgeld ontvangt en waarvoor de deelnemers in om het even welke vorm een
loon ontvangen.
- wanneer
de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een zware fout die hij heeft begaan.
Bijzondere
regels in geval van herval in het kader van een gedeeltelijke werkhervatting na
arbeidsongeschiktheid
In afwijking van dealgemene regeling is een werkgever vrijgesteld van zijn verplichting om hetgewaarborgd loon te betalen tijdens de periode van uitvoering van een aangepastof ander werk dat wordt toegestaan door de geneesheer van het ziekenfonds ingeval van ziekte (die geen beroepsziekte is) of ongeval (dat geenarbeidsongeval is of een ongeval op de weg naar of van het werk) dat is opgetredentijdens deze periode van uitvoering van een aangepast of ander werk.
Gewaarborgd
loon in geval van arbeidsongeval of beroepsziekte
In
principe moet iedere werkgever een verzekering tegen arbeidsongevallen afsluiten (wetsverzekering). Bij ontstentenis wordt de werkgever
ambtshalve aangesloten bij het Fonds voor Arbeidsongevallen dat de
schadevergoeding zal verzekeren, maar dat de bedragen uitgekeerd aan het
slachtoffer zal verhalen op de werkgever.
Het
Fonds voor Beroepsziekten is, dankzij een sociale-zekerheidsbijdrage ten laste
van het geheel der werkgevers, belast met het vergoeden van de schade te wijten
aan beroepsziekten.
Indien
de werknemer arbeidsongeschikt is ten gevolge van een arbeidsongeval, een
ongeval op de weg naar of van het werk, of een beroepsziekte, heeft hij voor
een bepaalde periode recht op het behoud van loon ten laste van zijn werkgever
of vergoedingen ten laste van hoger genoemde instanties. De toekenningsmodaliteiten
verschillen naargelang de werknemer een werkman dan wel een bediende is.
Gewaarborgd loon werklieden
Een
werkman die arbeidsongeschikt is ten gevolge van een arbeidsongeval, een
ongeval op de weg naar of van het werk, of een beroepsziekte, heeft gedurende
de eerste 7 dagen ongeschiktheid ten laste van zijn werkgever recht op zijn
gewoon loon aan 100 %. De werkgever zal vervolgens terugbetaald worden door de
wetsverzekeraar of door het Fonds voor Beroepsziekten.
De
arbeidsdag die onderbroken wordt wegens een arbeidsongeval, een ongeval op de
weg naar of van het werk, of een beroepsziekte, en die wordt uitbetaald als
gewaarborgd dagloon, moet worden beschouwd als de eerste
dag van deze periode.
Tijdens
de periode van 23 kalenderdagen volgend op de eerste periode van 7 dagen
ongeschiktheid betaalt de werkgever aan de werkman, bij wijze van voorschot,
een bedrag gelijk aan het gewone loon. De wetsverzekeraar of het Fonds voor
Beroepsziekten stort aan de werkgever voor dezelfde periode de dagvergoedingen
terug die voorzien zijn inzake arbeidsongevallen of beroepsziekten.
Na
de dertigste dag ongeschiktheid heeft de werkman rechtstreeks recht op
dagvergoedingen ten laste van de wetsverzekeraar of het Fonds voor
Beroepsziekten.
Opgelet!
In
tegenstelling tot hetgeen geldt voor ziektes of ongevallen van gemeen recht, is
het recht op gewaarborgd loon hier niet onderworpen aan enige
anciënniteitsvoorwaarde. Daarentegen geldt ook hier de regel dat de werkman
slechts recht heeft op zijn gewaarborgd loon voor de dagen van gewone
activiteit waarvoor hij aanspraak had kunnen maken op loon indien hij zich niet
in de onmogelijkheid bevond om te werken.
Gewaarborgd loon
bedienden
Een bediende die arbeidsongeschikt is ten
gevolge van een arbeidsongeval, een ongeval op de weg naar of van het werk, of
een beroepsziekte, behoudt ten laste van de werkgever het recht op zijn gewoon loon gedurende de
eerste 30 dagen van arbeidsongeschiktheid. De dagvergoedingen met betrekking
tot deze periode worden gestort aan de werkgever door de wetsverzekeraar of
door het Fonds voor Beroepsziekten.
Opgelet!
Bedienden aangeworven zijn voor een bepaalde
tijd van minder dan 3 maanden, of voor een duidelijk omschreven werk waarvan de
uitvoering normaal een tewerkstelling van minder dan 3 maanden vereist, hebben
daarentegen recht op een gewaarborgd loon onder dezelfde voorwaarden als deze
die gelden voor werklieden.