Actueel voorziet
de wet van 16 maart 1971 dat men overuren kan presteren: om het hoofd te bieden
aan een buitengewone vermeerdering van werk of een geval van overmacht
(onvoorziene noodzakelijkheid, voorgekomen of dreigend ongeval, dringende
arbeid aan machines en materieel).
Deze overuren kunnen
slechts worden verricht indien de werkgever bepaalde formaliteiten verricht
(voorafgaande toelating of informatieverstrekking). Zij laten toe de grenzen
van de arbeidsduur te overschrijden met een maximum van 11 uren per dag en 50
uren per week.
In principe geven
deze uren aanleiding tot de betaling van overloon en tot de toekenning van
inhaalrust om de gemiddelde arbeidsduur na te leven.
Een nieuwe vorm
van overuren, “vrijwillige overuren” genaamd, werd ingevoerd in de Arbeidswet
van 16 maart 1971. Het nieuwe artikel 25bis laat de werknemer die wenst, toe om
een quotum van overuren te presteren en op die manier zijn loon aan te vullen.
Om zich
vrijwillig aan te bieden voor deze overuren moet de werknemer, voorafgaandelijk
aan het presteren van deze uren, een geschreven overeenkomst sluiten met zijn
werkgever. Dat akkoord is zes maanden geldig en kan worden vernieuwd in de mate
waarin de werknemer nog altijd wenst om deze overuren te presteren.
Eenmaal het
akkoord is gesloten, zal de werkgever aan de werknemer kunnen vragen om deze
overuren te presteren wanneer nodig. Deze overuren moeten niet noodzakelijk
worden gemotiveerd door een buitengewone vermeerdering van werk of een geval van
overmacht en voor de toepassing ervan moet geen specifieke procedure worden
gevoerd zoals het geval is voor de overige overuren. De maximale grens van 11
uren per dag en 50 uren per week zal niet kunnen worden overschreden.
De werknemer zal
per kalenderjaar tot 100 vrijwillige overuren kunnen presteren die aanleiding
geven tot de betaling van overloon, 50% voor de uren gepresteerd in de week en
100% voor de uren gepresteerd op zondagen en feestdagen, maar zij zullen geen
aanleiding geven tot inhaalrust.
Het quotum van
100 overuren zal kunnen worden verhoogd door een sectorale collectieve
arbeidsovereenkomst die algemeen verbindend werd verklaard door een koninklijk
besluit. De verhoging is echter beperkt tot 360 uren per kalenderjaar.
Inwerkingtreding : 1 februari 2017
Bron : Wet van 5 maart 2017 betreffende
werkbaar en wendbaar werk, art. 4 en 7.