Niet-concurrentiebeding

Op deze pagina

    Begrip 

    Het gaat om een beding waarbij de werknemer zich ertoe verbindt om, bij zijn vertrek uit de onderneming, geen soortgelijke activiteiten uit te oefenen, hetzij door zelf een onderneming uit te baten, hetzij door in dienst te treden bij een concurrerende werkgever waardoor hij de mogelijkheid heeft de onderneming die hij heeft verlaten nadeel te berokkenen door de kennis die eigen is aan die onderneming, en die hij op industrieel of op handelsgebied in de onderneming heeft verworven, voor zichzelf of voor een concurrerende firma aan te wenden.

    Geldigheidsvoorwaarden 

    Om geldig te zijn moet het niet-concurrentiebeding:

    • schriftelijk vastgesteld zijn, hetzij bij de indienstneming, hetzij later.
    • betrekking hebben op een arbeidsovereenkomst waarin het bruto-jaarloon meer bedraagt dan € 41.969 (bedrag van toepassing vanaf 1 januari 2024) op het ogenblik van de verbreking van de overeenkomst.

    Hierbij geldt het volgende onderscheid:  

    •  
      • Bruto-jaarloon tussen € 41.969 en € 83.939 (bedragen van toepassing vanaf 1 januari 2024): het beding is maar geldig  wanneer een collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten die de functies aanduidt waarvoor een niet-concurrentiebeding kan worden toegepast.  Dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst bestaat bij voorbeeld in de sector van het hotelbedrijf.
      • Bruto-jaarloon van meer dan € 83.939 : het beding is altijd geldig behalve voor de functies die bij collectieve arbeidsovereenkomst werden uitgesloten.
                
    • betrekking hebben op soortgelijke activiteiten.
    • geografisch beperkt zijn tot de plaatsen waar de werknemer de werkgever werkelijk concurrentie kan aandoen (en in geen geval buiten het nationaal grondgebied);
    • niet langer lopen dan 12 maanden vanaf de dag dat de dienstbetrekking een einde heeft genomen.
    • voorzien in de betaling van een enige en forfaitaire compensatoire vergoeding door de werkgever wanneer hij, binnen 15 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst, niet afziet van de effectieve toepassing van het concurrentiebeding.  

    Het minimumbedrag van deze vergoeding is gelijk aan de helft van het brutoloon van de werknemer, dat overeenstemt met de toepassingsduur van het beding.

    Voorbeeld: een concurrentiebeding wordt voorzien voor 1 jaar. De vergoeding bedraagt ten minste 6 maanden van het brutoloon. 

    Deze voorwaarden zijn cumulatief.  Wanneer aan één ervan niet is voldaan, is het gehele beding nietig.

    Uitwerking 

    Het beding heeft uitwerking wanneer de arbeidsovereenkomst een einde neemt na de eerste 6 maanden vanaf de aanvang ervan:

    Het beding heeft geen uitwerking:

    • hetzij ingeval van beëindiging gedurende de eerste 6 maanden vanaf de aanvang van de overeenkomst;
    • hetzij, na afloop van deze duur van 6 maanden, ingeval van ontslag op initiatief van de werkgever zonder dringende reden in hoofde van de werknemer;
    • hetzij, na afloop van deze duur van 6 maanden, ingeval van ontslag op initiatief van de werknemer wegens een dringende reden in hoofde van de werkgever.  

    Wanneer de werknemer een geldig niet-concurrentiebeding dat uitwerking heeft, overtreedt, moet hij de enige en forfaitaire compensatoire vergoeding terugbetalen aan de werkgever en dient hij bovendien een gelijkwaardig bedrag als schadeloosstelling betalen. De rechter kan het bedrag van deze vergoeding eventueel verminderen of vermeerderen.  

    Bijzondere regels 

    Met betrekking tot het niet-concurrentiebeding gelden specifieke regels voor:

    • de handelsvertegenwoordigers ;
    • bepaalde bedienden in dienst van ondernemingen met een internationaal activiteitsveld  of met belangrijke economische, technische of financiële belangen op de internationale markten, of die over een eigen dienst voor onderzoek beschikken.