Berekeningsnota steigers

Op deze pagina

    Het gebruik van steigers wordt geregeld door titel 5 betreffende arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte van boek IV van de codex over het welzijn op het werk.

    De bevoegde persoon, aangeduid door de werkgever die een steiger gebruikt, is belast met de volgende taken:

    • waken over de toepassing van preventiemaatregelen i.v.m. het vallen van personen of voorwerpen;
    • toepassing van veiligheidsmaatregelen bij veranderende weersomstandigheden;
    • waken over de naleving van de voorwaarden inzake toelaatbare belasting;
    • controleren of de steiger in alle omstandigheden blijft voldoen aan de berekeningsnota en aan alle instructies i.v.m. stabiliteit, verankering, voorziene belasting en dergelijke.

    Dit houdt hoofdzakelijk in dat deze persoon over de nodige gegevens moet kunnen beschikken om zich van de hem toegewezen taken te kwijten. Vooral voor wat de laatste twee opdrachten aangaat, kunnen de onontbeerlijke gegevens hem enkel door de werkgever-monteur of -bouwer van de steiger worden verstrekt. 
    Met andere woorden, bestaan er mogelijke (werk)omstandigheden waarbij de genoemde elementen (belasting, stabiliteit, verankering,….) in het gedrang kunnen komen? Wat kan/mag hij zelf beslissen en wat niet. Vanaf welk punt moet hij contact opnemen met de werkgever-monteur?

    Vermits het bijna in alle gevallen gaat om een samenwerking tussen verschillende werkgevers, zal een coördinatie tussen beide noodzakelijk zijn. Dit betekent dat de gebruiker, in een lastenboek of in een ander gelijkaardig document precies de activiteiten die hij wil uitvoeren zal dienen te omschrijven. Zodoende kan de andere partij hem een steiger ter beschikking stellen die aangepast is aan de geplande activiteiten, en tevens alle informatie ter beschikking stellen die noodzakelijk is om de steiger vakkundig te gebruiken.

    Dit betekent dat de berekeningsnota niet op zichzelf staat, maar te samen met instructienota's, uitvoeringsschema en dergelijke moet worden gezien als een set van instructies, eventuele bouwtekeningen en dergelijke die de bevoegde persoon van de werkgever-gebruiker in staat moeten stellen op vakkundige wijze de limieten te bepalen waarbuiten de veiligheidsaspecten van de desbetreffende steiger, met inbegrip van zijn specifieke aanpassingen, in het gedrang kunnen komen. 

    Eén en ander is dus het directe gevolg van strikte afspraken tussen de gebruiker en de bouwer/monteur en maakt deel uit van de coördinatieverplichting tussen de respectieve werkgevers.

    Tenslotte, voor wat steigers betreft, heeft de wetgever het niet noodzakelijk noch opportuun geoordeeld de verplichting voor het toepassen van normen op te leggen voor wat het gebruik van steigers betreft.

    Vermits het gebruik van steigers wordt geregeld door titel 5 van boek IV van de codex, betekent dit dat de gebruiker de verantwoording voor de evaluatie van het veilig gebruik ervan toegewezen krijgt. Vandaar het belang van degelijke afspraken.

    Het spreekt vanzelf dat in geval van een diepgaand onderzoek (bijvoorbeeld naar aanleiding van een ongeval) de gedetailleerde sterkteberekening (of de conformiteit met de norm) eventueel wel kan opgevraagd worden door de bevoegde overheid.

    Indien de werkgever die een welbepaalde steiger monteert, demonteert of ombouwt beroep doet op normen, algemeen erkende codes van goede praktijk of handelt volgens regels van de kunst, zal hij door de verwijzing naar de conformiteit, kunnen genieten van de geloofwaardigheid die volgt uit de toepassing van een dergelijke code. Dit houdt in dat, voor zover het gaat om een standaardopbouw, de verwijzing naar de gebruikte code kan volstaan. In vele gevallen, zo bijvoorbeeld voor rolsteigers, zal dit het geval zijn. Enkel indien wordt afgeweken van die standaardconfiguratie moeten die afwijkingen/aanpassingen expliciet aangetoond en gemotiveerd worden.
    Belangrijk is dat elk van de betrokken partijen zich steeds op een correcte manier kan verantwoorden

    Concreet: details van de berekening zijn dus niet nodig; wel de beslissingscriteria voor die welbepaalde steiger. Indien de steiger werd gebouwd volgens erkende normen of een erkende code van goede praktijk volstaat in principe de referentie ernaar, met vermelding van de ingangsgegevens en de resultaten. Het spreekt voor zich dat die resultaten moeten terug te vinden zijn in het uitvoeringsschema.