Moederschapsbescherming

Op deze pagina

    De regelgeving over moederschapsbescherming is vastgelegd in titel 5 van boek X van de codex over het welzijn op het werk. 

    Verbod van discriminatie

    Zowel bij de aanwerving als tijdens de arbeidsovereenkomst moet de werkgever mannen en vrouwen gelijk behandelen. Het moederschap mag dus geen aanleiding geven tot enige vorm van discriminatie. De werkgever mag tijdens de sollicitatiegesprekken in principe geen vragen stellen over een eventuele zwangerschap, tenzij die vragen relevant zouden zijn wegens de aard of de uitoefeningsvoorwaarden van de functie.

    Verwittiging van de werkgever

    Vanaf het ogenblik dat de werkneemster zwanger is, heeft ze er alle belang bij haar werkgever hiervan op de hoogte te brengen. Vanaf dat ogenblik zijn er immers een aantal wettelijke beschermingsmaatregelen die in werking treden. Deze hebben betrekking op de arbeidsvoorwaarden en op de gezondheid van de werkneemster en haar ongeboren kind. Zo heeft de zwangere werkneemster het recht om van het werk afwezig te zijn voor een zwangerschapsonderzoek wanneer dit niet kan plaatsvinden buiten de arbeidsuren.

    Het is aan te raden om de werkgever te informeren door een geneeskundig getuigschrift aangetekend te versturen of het geneeskundig getuigschrift te overhandigen en hiervan een bewijs van ontvangst te vragen.

    Ontslagbescherming

    Vanaf het ogenblik dat de werkgever op de hoogte is van de zwangerschap, begint een speciale bescherming tegen ontslag te lopen. De werkgever mag vanaf dat ogenblik geen handeling meer stellen om aan de dienstbetrekking van de zwangere werkneemster een einde te maken omwille van het feit dat ze zwanger is. Deze ontslagbescherming loopt tot een maand na het postnataal verlof (met inbegrip van de verlengingen).

    Verbod op overwerk en nachtarbeid

    Zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, mogen geen overwerk verrichten. Op deze regel zijn er een aantal uitzonderingen, bijvoorbeeld voor de personen met een vertrouwenspost of personen met een leidinggevende functie die in de wetgeving worden genoemd.

    De werkgever kan een zwangere werkneemster niet verplichten nachtarbeid te verrichten gedurende een periode van acht weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Mits voorlegging van een geneeskundig getuigschrift mag de werkneemster nachtarbeid ook weigeren gedurende andere periodes tijdens de zwangerschap en gedurende maximum vier weken onmiddellijk volgend op de bevallingsrust. De werkgever is dan verplicht de werkneemster dagarbeid te geven of, indien dit niet mogelijk is, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst te schorsen.

    Veiligheid en gezondheid

    De werkgever is verplicht in samenwerking met de arbeidsarts een risicoanalyse uit te voeren voor al zijn personeelsleden. De specifieke risico's moeten beoordeeld worden aan de hand van een lijst van agentia, procedés en arbeidsomstandigheden, opgenomen in bijlage X.5-1 van de codex over het welzijn op het werk. Op grond van de resultaten van die analyse worden de te nemen preventiemaatregelen bepaald. Indien er een blootstelling aan één van de in bijlage X.5-2 van de codex opgesomde agentia blijkt, moet de werkgever onmiddellijk een preventiemaatregel toepassen.

    De werkgever moet de arbeidsarts op de hoogte brengen van de zwangerschap van een werkneemster. De werkneemster zal vervolgens onderworpen worden aan een medisch onderzoek uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsarts indien uit de risicoanalyse blijkt dat de uitvoering van haar functie mogelijk gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. De preventieadviseur-arbeidsarts zal bij het maken van zijn beslissing steeds rekening houden met het type werk dat de zwangere werkneemster uitvoert en de risico’s van dit werk, de leeftijd van de doelgroep waarmee wordt gewerkt en de dienst of afdeling waarin men werkt. De arbeidsarts zal zijn beslissing nadien meedelen aan de werkgever en de werkneemster via het formulier voor de gezondheidsbeoordeling. De preventieadviseur-arbeidsarts kan tijdens de raadpleging in het kader van het prenataal onderzoek eveneens oordelen over de eventueel te nemen maatregelen tijdens de periode dat de werkneemster haar kind borstvoeding geeft. (zie voor meer informatie, het Gemeenschappelijk Standpunt HUA-TWW: Maatregel van moederschapsbescherming: één gezondheidsbeoordeling in het kader van prenatale en postnatale werkverwijdering door de preventieadviseur-arbeidsarts (PDF, 235.68 KB)).

    Wanneer de evaluatie een blootstelling uitwijst aan agentia of arbeidsomstandigheden die een risico betekenen, moet de werkgever één van de volgende maatregelen nemen, op voorstel van de arbeidsarts en aangepast aan het specifieke geval van de werkneemster: een tijdelijke aanpassing van de arbeidsomstandigheden of risicogebonden werktijden; een verandering van werkpost die verzoenbaar is met de gezondheidstoestand van de werkneemster; wanneer dit onmogelijk blijkt, wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst. In dat geval geniet de werkneemster de uitkering voorzien in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. Geen enkel loon is verschuldigd door de werkgever voor deze periode. Deze maatregelen zijn ook van toepassing in een periode van borstvoeding.

    Moederschapsverlof

    Over het moederschapsverlof en de moederschapsuitkering kan u meer lezen in de fiche "Moederschapsverlof".

    Adviezen van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk