De controles

Op deze pagina

    Oorsprong van een controle

    De sociaal inspecteurs gaan over tot controle:

    • op eigen initiatief;
    • als gevolg van een klacht die werd neergelegd door een partij die belangen heeft in de situatie (werkgever, werknemer of hun vertegenwoordigers);
    • op vraag van een administratieve overheid;
    • na vordering door een gerechtelijke macht (arbeidsauditeur, parket of onderzoeksrechter);
    • in het kader van de arrondissementscellen, die worden voorgezeten door de Arbeidsauditeur;
    • ter gelegenheid van een sensibiliseringscampagne.
    • wanneer er een arbeidsongeval gebeurd is
    • voor het onderzoek van een vraag tot erkenning, afwijking of toelating.

    Bevoegdheden van de sociaal inspecteurs

    De sociaal inspecteurs hebben niet de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie. Nochtans hebben ze belangrijke bevoegdheden binnen het domein van de arbeid.

    De onderzoeksbevoegdheden waarover de sociaal inspecteurs beschikken, worden gepreciseerd in de artikelen 22 tot 49 van het Sociaal Strafwetboek.

    Het gaat om:

    Het voorafgaand onderzoek

    Recht op toegang

    Uitgerust met een legitimatiekaart kunnen sociaal inspecteurs, op elk moment van de dag of de nacht, en zonder voorafgaande verwittiging aan de werkgever, vrij binnentreden in elke plaats waar wordt gewerkt of in elke andere plaats die onderworpen is aan hun toezicht. Zij mogen hetzelfde doen in elke plaats waarvan zij een redelijk vermoeden hebben dat er personen worden tewerkgesteld die onderworpen zijn aan de bepalingen van de wetgeving waarop zij toezicht uitoefenen;

    De machtiging tot huisbezoek

    De sociaal inspecteurs mogen in de bewoonde ruimtes enkel binnentreden met een voorafgaande toelating van de onderzoeksrechter of met de voorafgaande expliciete en geschreven toestemming van de bewoner.

    De bevoegdheid om verhoren af te nemen

    De sociaal inspecteurs kunnen, hetzij alleen, hetzij samen en al dan niet in het bijzijn van getuigen, verhoren afnemen van elke persoon waarvan dit noodzakelijk is (werkgever, werknemer, aangestelde, vakbondsafgevaardigden, leden van de ondernemingsraad, van het comité voor preventie en bescherming op het werk).

    Het recht om te vragen om informatiedragers te kopiëren

    De sociaal inspecteur heeft het recht om elk soort informatiedrager in te zien (in gelijk welke vorm) dewelke gegevens kan bevatten die nuttig zijn voor zijn onderzoek (persoonlijke documenten). Het gaat over sociale gegevens, wettelijke gegevens of gegevens die nodig zijn voor het onderzoek:

    • dragers van numerieke of digitale informatie;
    • documenten/lijsten/registers/banden/schijven;
    • de drager is niet belangrijk, enkel de inhoud telt.

    Het recht om te onderzoeken

    De sociaal inspecteurs kunnen beslag leggen - met respect voor de verplichting tot geschreven bevestiging - op roerende goederen (andere dat informatiedragers die sociale of wettelijke gegevens bevatten) of roerende en onroerende goederen verzegelen.

    Dit recht kan enkel worden uitgeoefend op een arbeidsplaats waar men een vermoeden heeft van tewerkstelling van een werknemer, met respect voor de bijzondere procedure die verbonden is aan bewoonde ruimtes.

    De sociaal inspecteurs die belast worden met de controle op vlak van veiligheid en gezondheid hebben daarenboven nog de volgende specifieke bevoegdheden:

    • het recht om passende maatregelen voor te schrijven om bedreigingen voor de gezondheid of de veiligheid van werknemers te voorkomen. Dit, om de door de inspecteur vastgestelde , gebreken of hinder te bestrijden of weg te nemen.  De inspecteur kan voorschrijven om de aanpassingen onmiddellijk (bij acuut gevaar) of binnen een door hem vastgestelde termijn door te voeren.
    • het recht om tijdelijk of definitief te verbieden om:
      • een arbeidsplaats te gebruiken (of een andere plaats die onder hun toezicht valt) of toegang te geven aan alle of een deel van de werknemers
      • apparatuur, installaties, machines of enig materiaal te gebruiken of in bedrijf te houden
      • bepaalde gevaarlijke stoffen, preparaten of besmettingsbronnen te gebruiken
      • bepaalde productieprocessen toe te passen of bepaalde gevaarlijke producten of afvalstoffen te bewaren;
      • niet-correcte methoden te gebruiken om risico's als gevolg van gevaarlijke stoffen, preparaten of afvalstoffen te identificeren.
    • Het recht om te bevelen dat maatregelen worden genomen (met inbegrip van organisatorische) met betrekking tot de (interne of externe) preventie- en beschermingsdiensten op het werk.
    • Het recht om te bevelen om te stoppen met werken, hetzij om redenen van veiligheid of gezondheid op het werk, hetzij wanneer organisatorische maatregelen moeten worden genomen. Deze stopzetting wordt bevolen totdat de adequate maatregelen zijn genomen.
    • Het recht om te bevelen om te evacueren indien het gevaar hen imminent lijkt.
    • Indien er een dreigend gevaar is, het recht om zegels te leggen op apparatuur, machines, installaties, materialen, apparaten, producten, productieafval of bedrijfsruimten die onder hun toezicht vallen,
    • Het recht om te beslissen om een aantal van de hierboven genoemde maatregelen te nemen tegen zelfstandigen die op dezelfde werkplek als werknemers werken en die hierdoor dezelfde verplichtingen hebben.

    En ook:

    • Het recht om gegevens en informatie mee te delen aan andere betrokken diensten
    • Het recht om gegevens en informatie op te vragen bij andere diensten
    • Internationale samenwerking
    • Het recht om assistentie te vragen van de lokale of federale politie

    Bijzondere plichten die worden opgelegd aan de arbeidsinspecteurs in het kader van hun beroepsactiviteit

    Het beroepsgeheim

    Teneinde de privésfeer te beschermen, zijn de sociaal inspecteurs verplicht om volledige discretie te bewaren over alle sociale gegevens van persoonlijke aard. Zij mogen deze sociale gegevens van persoonlijke aard enkel gebruiken voor de uitoefening van hun functie.

    Het geheim van het onderzoek in een gerechtelijke procedure begint overigens vanaf het moment dat de inspecteur wordt gevat door de arbeidsauditeur, namelijk vanaf het moment dat het proces-verbaal van de vaststelling van de inbreuk aan hem is overgemaakt.

    De plicht tot discretie

    De sociaal inspecteurs mogen de oorsprong van klachten en aanklachten niet bekend maken, zelfs niet tegenover de rechtbanken, behalve indien de indiener van de klacht hen uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.