Inhoudingen op het loon

Op deze pagina

    De wet somt limitatief de sommen op die mogen worden in mindering gebracht op het loon. Het betreft hier :

    • de inhoudingen krachtens de belastingwetgeving, nl. de bedrijfsvoorheffing ;
       
    • de inhoudingen krachtens de wetgeving op de sociale zekerheid, nl. de persoonlijke sociale bijdragen van de werknemer) en krachtens particuliere of collectieve overeenkomsten betreffende bijkomende voordelen inzake sociale zekerheid (zoals bijvoorbeeld de bijdragen voor groepsverzekeringen, fondsen voor bestaanszekerheid, …) ;
       
    • de geldboeten op voorwaarde dat ze werden vastgesteld in het arbeidsreglement;
       
    • de vergoedingen, schadeloosstellingen en intresten die verschuldigd zijn wanneer de werknemer zich verantwoordelijk gesteld ziet in het kader van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst ;
       
    • de voorschotten in geld verstrekt door de werkgever, nl. de voorschotten verstrekt op een nog niet verschuldigd loon (zoals bijvoorbeeld in het kader van een lening gesloten tussen de werkgever en de werknemer) ; de werkgever mag niet eenzijdig een bedrag inhouden dat onverschuldigd betaald werd, op een later te betalen loon (Cass,, 19 januari 2004, R.W., 2004-2005, 509) ;
       
    • de gestelde borg voor het nakomen der verplichtingen van de werknemer.
        
    • het loon dat teveel werd betaald aan de werknemer tewerkgesteld met een glijdend uurrooster, die de uren die hij minder heeft gepresteerd dan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, niet tijdig heeft ingehaald op het einde van de referteperiode of wanneer de arbeidsovereenkomst een einde neemt.

    Deze limitatieve lijst met wettelijk toegelaten eenzijdige inhoudingen kan bij koninklijk besluit worden uitgebreid.

    Meer bepaald kunnen met betrekking tot de soorten voorzieningen opgesomd in artikel 6 van de wet (huisvesting, nutsvoorzieningen, genot van grond, voedsel, niet-verplicht gereedschap en arbeidsmaterieel), krachtens  dergelijk KB eenzijdige inhoudingen worden toegelaten voor bijdragen die de werknemer aan zijn werkgever verschuldigd is voor voorzieningen die deze laatste hem ter beschikking stelt. De wet creëert enkel een kader. Het komt aan de Koning toe de mogelijkheid tot uitbreiding van de lijst met wettelijk toegelaten eenzijdige inhoudingen, op voorstel van het bevoegde paritair comité,  te concretiseren en de toepassingsmodaliteiten van deze nieuwe soort inhoudingen te bepalen (o.a. waardering van de ter beschikking gestelde voorziening, berekening bijdrage van de werknemer …).

    Let op:  

    • deze uitbreidingsmogelijkheid kan enkel worden toegepast voor voorzieningen die niet als  loonvoordeel in natura  worden toegekend aan de betrokken werknemer (noch geheel, noch gedeeltelijk). Zo zou de maatregel bijvoorbeeld toepassing kunnen vinden in gevallen waarin de werkgever huisvesting ter beschikking stelt van zijn werknemer tegen een bepaalde bijdrage als huurprijs,  op voorwaarde dat deze huisvesting niet reeds bij wijze van loon in natura is toegekend aan deze zelfde werknemer.
        
    • in de context van een tewerkstelling als seizoenarbeider is deze mogelijkheid enkel van toepassing op werknemers die burger zijn van de Europese Unie in de zin van artikel 20, lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

      Geen enkele andere inhouding dan deze hierboven opgesomd mag unilateraal door de werkgever uitgevoerd worden.

      Men is het erover eens dat de werkgever en de werknemer echter wel in onderlinge overeenstemming kunnen beslissen om de respectievelijke schulden te verrekenen. De rechtspraak aanvaardt dat de partijen kunnen overeenkomen om het loon te compenseren met de verplichting tot teruggave door de werknemer, op voorwaarde dat dit akkoord gesloten is nadat het loon eisbaar is geworden.

      De sociale of fiscale inhoudingen worden op de eerste plaats uitgevoerd op het totale loon (in geld en in natura) en dit, zonder beperking. De andere inhoudingen daarentegen (geldboeten, vergoedingen en schadeloosstellingen, voorschotten in geld, borgstelling) mogen niet meer bedragen dan het door de wet vastgestelde maximumbedrag van 1/5 van het bij elke uitbetaling verschuldigde nettoloon in speciën.

      Deze beperking van 1/5 is echter niet van toepassing wanneer de werknemer bedrog heeft gepleegd of vóór de afrekening van de verschuldigde vergoedingen en schadeloosstellingen zijn arbeidsovereenkomst heeft beëindigd.